Een vloer kan op verschillende manieren worden gelegd. In grote lijnen kun je zeggen dat een vloer zwevend, dat wil zeggen los van de bestaande basisvloer, of vast kan worden gelegd. Als een vloer vast wordt gelegd wordt de vloer verlijmd, vernageld of geschroefd aan de basis vloer, eventueel met een tussenvloer. Het is als uitzondering ook mogelijk eerst een zwevende tussenvloer te leggen waarop weer verlijmd en vernageld kan worden. Hiermee kan geluidsisolatie worden aangebracht tot 15 db.
Een goede reden om een vloer zwevend te leggen is als er geluidsisolatie tbv contactgeluid moet worden toegepast. In deze situatie wordt eerst een geluidswerende tussenvloer gelegd waarop dan weer de parketvloer wordt gelegd. Vaak wordt hiervoor lamelparket gebruikt. Dit zijn samengestelde planken met een toplaag van de te kiezen houtsoort die verlijmd is op een stabiele onderlaag. Deze onderlaag bestaat uit hout (haaks op de toplaag) of bijvoorbeeld multiplex. Voordat de lamel zijn intrede deed werden massieve delen ook vaak zwevend gelegd. Het nadeel echter van massieve delen is dat deze blijven werken. Altijd als de luchtvochtigheid toeneemt zal de vloer uitzetten en uiteraard weer krimpen als de luchtvochtigheid afneemt als bijvoorbeeld de cv aangaat. Indien massieve delen worden gebruikt voor een vloer moet er minimaal 1 cm per meter overspanning aan de kant worden vrijgehouden voor de eventuele werking van de delen. Hoe stabieler men de luchtvochtigheid houdt hoe minder
Indien mogelijk is het raadzaam een vloer vast te leggen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden.
De eerste optie is om een massief deel (plank) te verlijmen en vernagelen. Vaak wordt dit gedaan op een tussenvloer van eikenmozaik of spaanplaat. De spaanplaat wordt dan vastgezet op de ondervloer met schroeven (houten basisvloer) of met lijm (anhydriet of cementdekvloer). Nadeel van massieve delen is dat deze relatief dik zijn en dat je veel hout gebruikt. Met name dit laatste zorgt voor een hogere prijs. Een ander nadeel is dat je een plank niet strak kunt inwerken ofwel je moet altijd de ruimte hebben om een plank erin te kunnen lijmen. De diagonaal van de plank met de veer bepaald de benodigde ruimte die tussen muur of kozijn en de vloer komt. Deze ruimte wordt normaal afgedekt met een deklat of plint.
De tweede mogelijkheid is om te werken met bourgogne delen. Dit zijn eigenlijk doormidden gezaagde planken van ca 9 mm dik. Ze zijn te leggen met wisselden breedtes en met of zonder vellingkant. Bourgogne moet worden verlijmd en vernageld op een ondervloer als hierboven besproken. De nagelgaatjes worden gestopt met schuurstof van de vloer en zijn naderhand nauwelijks zichtbaar. Een voordeel van bourgogne is dat deze wel strak kan worden ingewerkt. Hierdoor krijg je technisch een mooiere vloer. Bij een kozijn is het mogelijk de vloer strak in te werken. Ook een aansluiting bij een tegelvloer kan strak worden gedaan. Vaak wordt wel op de muur een plint of deklat toegepast.
De derde mogelijk wordt wel tapis genoemd. Hieronder verstaan we eigenlijk 6 mm dik hout dat verlijmd en vernageld wordt op een ondervloer. Tapis is in de regel niet breder dan 12 cm. Met uitzondering wordt nog 14 cm toegepast. Onder tapis vloeren verstaan we dus stroken en patroonvloeren. Deze worden net als bourgogne verlijmd en vernageld op een tussenvloer. In principe is elk patroon te leggen. Vaak worden er standaardpatronen gelegd als hongaarsepunt, weensepunt, visgraat of versaillepatroon. Zie ook voor de verschillende patronen op de website van onze leverancier Lieverdink.
Een andere mogelijkheid is om te werken met een equi-deel. Dit zijn 10 mm dikke plankjes die rechtstreek kunnen worden verlijmd op de ondervloer. Een eis is dan wel dat deze de goede samenstellling heeft en vlak genoeg is. Het voordeel van een equi-deel is dat deze niet wordt vernageld. Je krijgt dus een spijkerloze vloer. Tevens is de dikte gering. Met de nieuwe technieken van de zwevende dekvloer is dit een zeer interessante optie.
Er zijn dus veel verschillende mogelijkheden om een vloer te leggen. Als je bijvoorbeeld een planken uiterlijk wil hebben kan dit met massieve delen, bourgogne of een lamel worden bereikt. Het is raadzaam om als klant aan te geven wat de uiteindelijke uitstraling van de vloer moet worden. Wij kunnen dan op grond van de situatie en het budget een aanbeveling geven.
Vloerverwarming Steeds vaker wordt er gevraagd naar de mogelijkheid van vloerverwarming onder een houten vloer. Dit is mogelijk als de volgende punten worden aangehouden:
Bij voorkeur mozaïekachtige of Equi vloeren op vloerverwarming toepassen. Het systeem direct verlijmen op cementdeklaag. Traditioneel parket 6 – 9 mm op spaanplaat 12 mm: hierbij treed mogelijk lichte naadvorming op, het heeft een hogere warmtegeleidingsweerstand. Beter is om te werken op Eiken ondervloermozaiek. Naadvorming kan worden beperkt door de luchtvochtigheid op peil te houden, eventueel gebruik maken van een luchtbevochtiger. Raakt u niet in paniek als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch krimpnaadjes ontstaan. Deze zullen, wanneer u de verwarming niet gebruikt (en de luchtvochtigheid weer de normale waarden aanneemt), weer grotendeels verdwijnen.
Gebruik rustige houtsoorten zoals onder andere Teak, Afzelia, Eiken, Kambala, Afrormosia, Panga-Panga, Wengé, Merbau of Padoek. Wanneer u werkt met bourgogne, deze liever niet breder dan 15 cm breed in de reeds genoemde houtsoorten.